Extra-embryonaal ectoderm
Het extra-embryonaal ectoderm wordt tijdens de embryonale ontwikkeling na de innesteling van het embryo gevormd. De polaire trofoblast groeit uit tot een dikke compacte kolom van cellen die zich uitstrekt tot in de blastocoel, met zijn distale deel naast de epiblast. Zowel extra-embryonaal ectoderm als de epiblast worden omgeven door het viscerale endoderm. Het chorion is afkomstig van het extra-embryonaal ectoderm en het mesoderm. Ook is het extra-embryonaal ectoderm de bron van ongedifferentieerde trofoblaststamcellen, die in het muizenembryo bijdragen aan de placenta. Bij muizen is het extra-embryonaal ectoderm onmisbaar bij de vorming van oerkiemcellen.[1]
Afbeeldingen
- De veranderende morfologie en weefselsamenstelling van het muisembryo
- Muisembryo
- Extra-embryonaal ectoderm bij muisembryo
- Vorming 'eicilinder' bij de muis door vouwing van het extra-embryonaal ectoderm en overgroeiïng met extra-embryonaal endoderm
Zie ook
- Ectoderm
Externe link
- Embryonale ontwikkelingsontologieboom met extra-embryonaal ectoderm
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Embryonale ontwikkelingsontologieboom met extra-embryonaal ectoderm
Mediabestanden
Zie de categorie Extraembryonic ectoderm van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.