Isotomische verwantschap

P1 en P2 zijn isotomisch verwant.
D, E, F zijn de middens van BC, CA, AB.
Dan is ook: X1D=DX2, Y1E=EY2, Z1F=FZ2

.

In een driehoek A B C {\displaystyle ABC} heten twee punten P 1 {\displaystyle P_{1}} en P 2 {\displaystyle P_{2}} isotomisch verwant als voor hun Ceva-driehoeken X 1 Y 1 Z 1 {\displaystyle X_{1}Y_{1}Z_{1}} en X 2 Y 2 Z 2 {\displaystyle X_{2}Y_{2}Z_{2}} geldt (zie de figuur rechts):

A Z 1 = B Z 2 , B X 1 = C X 2 , C Y 2 = A Y 1 {\displaystyle AZ_{1}=BZ_{2},BX_{1}=CX_{2},CY_{2}=AY_{1}}

Ieder punt P {\displaystyle P} dat niet op een zijde van een driehoek ligt, heeft volgens de stelling van Ceva een isotomisch verwant punt. Als P {\displaystyle P} op Steiners omgeschreven ellips van de driehoek ligt, dan ligt het isotomisch verwante punt van P {\displaystyle P} op de oneindig verre rechte.

Enkele bijzondere punten van een driehoek die isotomisch verwant zijn:

  • het zwaartepunt met zichzelf;
  • het punt van Gergonne en het punt van Nagel.

Involutie

Isotomische verwantschap kan als een involutie τ {\displaystyle \tau } worden opgevat. In barycentrische coördinaten wordt de involutie gegeven door:

τ : ( x : y : z ) ( y z : x z : x y ) {\displaystyle \tau :(x:y:z)\mapsto \left(yz:xz:xy\right)}

Een rechte lijn wordt op een kegelsnede door de hoekpunten van een driehoek afgebeeld; namelijk op:

  • een ellips, als de lijn Steiners omgeschreven ellips niet snijdt,
  • een parabool, als de lijn Steiners omgeschreven ellips raakt,
  • een hyperbool, als de lijn Steiners omgeschreven ellips snijdt .

Overige

  • Bij uitbreiding wordt wel gezegd dat elk hoekpunt van een driehoek isotomisch verwant is met elk punt van de overstaande zijde.
  • Isogonale verwantschap bij een driehoek legt een verband tussen twee punten, waarbij een gelijkheid tussen hoeken geldt.