Julius Röntgen jr.
| Julius Röntgen | ||||
|---|---|---|---|---|
 | ||||
Trio Verheij, Mossel en Röntgen (circa 1913) | ||||
| Geboren | 20 mei 1881 | |||
| Overleden | 23 januari 1951 | |||
| Beroep(en) | violist | |||
| ||||
Julius Röntgen (Amsterdam, 20 mei 1881 – 's Hertogenbosch, 23 januari 1951) was een Nederlands violist.[1]
Hij was zoon van Julius Röntgen en Amanda Maier, beiden musicus. Ook jongere broer Engelbert Röntgen (1886-1958) werd musicus, maar dan op de cello. Julius Röntgen trouwde in 1910 in Moss met Noorse Margaret Otter (1885-1944), met wie hij eerder door de Noorse bergen had gewandeld.
Zijn muziekopleiding startte bij zijn moeder. Hij kreeg verdere opleiding van Joseph Cramer (Amsterdamse Muziekschool), Hans Sitt (Leipzig) en Joseph Joachim (Hochschule Berlin). Röntgen junior was al snel naar het buitenland vertrokken. Hij speelde eerst in Meiningen (Meininger Hofkapelle) en was in de periode 1903 tot 1907 concertmeester in Duisburg en Düsseldorf. De Amerikaanse violist Franz Kneisel vroeg hem violist te worden in het Kneisel Quartet, daarop vertrok Julius Röntgen naar New York en werd (hoofd-)docent aan het Walter Damrock Institute of Musical Art in die stad. Met het Kneisel Quartet toerde hij in de periode 1908 tot circa 1912 door de Verenigde Staten en Canada.
Vanaf 1912 was hij weer in Nederland te vinden, waarbij hij toetrad tot een strijktrio met zijn vader en broer Engelbert (Röntgen Trio), het Rotterdamsch Strijkkwartet (Carel Blitz, Bart Verhallen en Isaäc Mossel) en het Trio Röntgen-Anton Verheij-Mossel. Ondertussen was hij (hoofd-)leraar aan het Rotterdams Conservatorium. Vanaf 1918 tot 1945 bekleedde hij diezelfde functie aan het Amsterdams Conservatorium. Ook in de hoofdstad speelde hij in een strijkkwartet; het Hollandsch Strijkkwartet van Herman Leijdensdorff.
Het gezin vestigde zich in 1920 in Bilthoven, waar hij werd begraven op begraafplaats Den en Rust.[2]
Bronnen, noten en/of referenties
- J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 150
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 646
- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 8, pagina 362
- Robijns, pagina 362 meldt geen nieuwe zaken ten opzichte van Kruseman, behalve overlijdensdatum 23 januari en –plaats abusievelijk Bilthoven
- Site gewijd aan de familie Röntgen (geraadpleegd 26 december 2021) meldt overlijdensdatum 25 januari 1951 en – plaats ’s Hertogenbosch)
- Julius Röntgen overleden (gisteren Bilthoven). Algemeen Handelsblad (24 januari 1951). Geraadpleegd op 26 december 2021 – via delpher.nl.
- Julius Röntgen overleden (gisteren ‘s Hertogenbosch). Het Parool (24 januari 1951). Geraadpleegd op 26 december 2021 – via delpher.nl.
- Familiebericht (rouwadvertentie meldt ‘s Hertogenbosch). Algemeen handelsblad (24 januari 1951). Geraadpleegd op 26 december 2021 – via delpher.nl.
- ↑ Overlijden vastgelegd in Verklaring van overlijden ’s Hertogenbosch, 1951, akte 73, aangifte 24 januari 1951, aangetekend te De Bilt 5 februari 1951, akte 22.
- ↑
Wim Krommenhoek, Kunstenaarsgraven in De Bilt en Bilthoven (alleen steen van Julius). Historische Kring De bilt en Bilthoven. Gearchiveerd op 26 december 2021. Geraadpleegd op 26 december 2021 – via historischekringdebilt.nl.
