Mesofiel hooiland

Glanshavergrasland met onder meer beemdkroon, gewone margriet en glad walstro

Het mesofiel hooiland is een karteringseenheid in de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als code 'hu'.

In de vegetatiekunde wordt dit biotoop vertegenwoordigd door verschillende plantengemeenschappen uit de klasse van droge graslanden op zandgrond (Koelerio-Corynephoretea) en uit de klasse van matig voedselrijke graslanden (Molinio-Arrhenatheratea) .

Goed ontwikkelde mesofiele hooilanden worden gewaardeerd als 'Biologisch zeer waardevol'.

Naamgeving, etymologie en codering

  • BWK-code: hu
  • Syntaxoncode (Nederland): 14Bc verbond van droge stroomdalgraslanden (Sedo-Cerastion), 16Ba02 associatie van grote pimpernel en weidekervel (Sanguisorbo-Silaetum), 16Bb glanshaver-verbond (Arrhenatherion elatioris), 16Bc02 associatie van ruige weegbree en aarddistel (Galio-Trifolietum), 14Bc verbond van droge stroomdalgraslanden (Sedo-Cerastion)
  • Natura 2000-code: 6510 Laaggelegen schraal hooiland, 6120 Kalkminnend grasland op dorre zandbodem
  • Corine biotope: 38.22 Prairies de fauche des plaines médio-européennes, 38.211 Atlantic Arrhenatherum grasslands, 38.212 Atlantic Alopecurus-Sanguisorba grasslands, 34.12 - Euro-Siberian pioneer calcareous sand swards
  • Eunis Habitat Types: E2.22 Sub-Atlantic lowland hay meadows, E2.211 Atlantic Arrhenatherum grasslands, E2.212 Atlantic Alopecurus-Sanguisorba grasslands, E1.12 Euro-Siberian pioneer calcareous sand swards

Kenmerken

Mesofiele hooilanden omvatten een waaier aan graslanden op plaatsen met een grote variatie aan fysische omstandigheden, zowel qua bodemtypes, bodemvochtigheid, grondwaterstanden en calciumcarbonaatgehaltes. De bodem is meestal zwak zuur tot zwak basisch. Het gemeenschappelijk kenmerk is de abundantie van hoge grassen, schermbloemigen en composieten. Ze zijn dikwijls zeer soorten- en bloemenrijk. Ze worden vooral aangetroffen op hooilanden, hooiweiden en gemaaide wegbermen, maar ook begraasde graslanden komen voor.

Er worden verschillende subtypes onderscheiden, die echter niet altijd duidelijk te onderscheiden zijn en waartussen nog eens overgangen mogelijk zijn:

  • Glanshavergraslanden komen vooral voor op voedselrijkere, min of meer vochtige standplaatsen op zandleem, leem of kleibodems, bij voorkeur kalkrijk, met een diepe grondwatertafel. Op zandgronden kunnen verarmde varianten van dit subtype gevonden worden. Kenmerkende soorten zijn onder andere de gewone glanshaver en de grote vossenstaart.
  • Graslanden van het Grote vossenstaartverbond zijn daarentegen wel grondwaterafhankelijk, en worden zelfs periodiek overstroomd. Ze worden aangetroffen in broeken en meersen. Ze worden van het vorige subtype onderscheiden door het voorkomen van weidekervel en weidekervel-torkruid.
  • Het Grote pimpernelgrasland is voor wat betreft de grondwaterstand intermediair tussen beide voorgaande, en wordt gekenmerkt door het voorkomen van grote pimpernel.
  • Kamgrasgraslanden op kalkrijke bodem vormen de overgang tussen graslanden van het kamgras-verbond, die we terugvinden in het soortenrijk permanent cultuurgrasland (hp*), en van het kalkgraslanden (hk). Ze zijn niet grondwaterafhankelijk maar worden, in tegenstelling tot de andere subtypes, meestal begraasd. In dergelijke omstandigheden vinden we tredbestendige soorten van de associatie van ruige weegbree en aarddistel (Galio-Trifolietum) zoals de ruige weegbree en de ruige leeuwentand, naast typische kalkminnende soorten als de kleine pimpernel en de grote centaurie.
  • Droge stroomdalgraslanden zijn open of gesloten, bloemrijke graslanden op de zandige oeverwallen en dijken. Ze vereisen een basenrijke bodem die op peil wordt gehouden door de winterse overstromingen van de rivier.

Verspreiding en voorkomen

Goed ontwikkelde mesofiele hooilanden zijn vrij zeldzaam in Vlaanderen. Door de intensivering van de landbouw en het omzetten van hooilanden in weilanden en akker, zijn de meeste van deze graslanden omgezet in soortenrijk permanent cultuurgraslanden (hp*).

Grote oppervlaktes soortenrijke glanshavergraslanden vinden we vooral nog terug in de valleien van de grotere rivieren, waar nog een hooilandbeheer wordt uitgevoerd. Verarmde gemeenschappen van het glanshaververbond komen vaak voor op bermen en dijken in de hele regio.

Kamgraslanden op kalkrijk bodem komen enkel voor in Zuid-Limburg en in de Voerstreek, droge stroomdalgraslanden in de Limburgse Maasvallei.

Soortensamenstelling

In deze vegetaties zijn de boom- en struiklaag steeds afwezig. De kruidlaag is dominant, met zowel grassen, grasachtige planten als kruiden. Een moslaag is meestal zeer beperkt.

Indicatieve soorten en begeleidende soorten voor het vochtig schraalgrasland
Indicatief / Begeleidend Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking Afbeelding
I Gewone glanshaver Arrhenatherum elatius Subtype Glanshavergrasland
I Grote vossenstaart Alopecurus pratensis Subtype Glanshavergrasland
I Beemdkroon Knautia arvensis Subtypes Glanshavergrasland, Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Beemdooievaarsbek Geranium pratense Subtype Glanshavergrasland
I Groot streepzaad Crepis biennis Subtype Glanshavergrasland
I Grote bevernel Pimpinella major Subtype Glanshavergrasland
I Glad walstro Galium mollugo Subtype Glanshavergrasland
I Rapunzelklokje Campanula rapunculus Subtype Glanshavergrasland
I Goudhaver Trisetum flavescens Subtype Glanshavergrasland
I Gele morgenster Tragopogon pratensis Subtype Glanshavergrasland
I Knoopkruid Centaurea jacea Subtype Glanshavergrasland
I Gewone margriet Leucanthemum vulgare Subtype Glanshavergrasland
I Pastinaak Pastinaca sativa Subtype Glanshavergrasland
I Ruige leeuwentand Leontodon hispidus Subtypes Glanshavergrasland, Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Muskuskaasjeskruid Malva moschata Subtype Glanshavergrasland
I Knolsteenbreek Saxifraga granulata Subtype Glanshavergrasland
I Geel walstro Galium verum Subtypes Glanshavergrasland, Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Kattendoorn Ononis spinosa Subtype Glanshavergrasland
I Weidekervel-torkruid Oenanthe silaifolia Subtype Grote vossenstaartverbond
I Weidekervel Silaum silaus Subtype Grote vossenstaartverbond
I Grote pimpernel Sanguisorba officinalis Subtype Grote pimpernelgrasland
I Gulden sleutelbloem Primula veris Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Betonie Stachys officinalis Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Ruige weegbree Plantago media Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Kleine pimpernel Sanguisorba minor Subtypes Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem, Droge stroomdalgraslanden
I Wilde marjolein Origanum vulgare Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Aarddistel Cirsium acaule Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Voorjaarszegge Carex caryophyllea Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Zeegroene zegge Carex flacca Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Bevertjes Briza media Subtype Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem
I Zachte haver Avenula pubescens Subtypes Kamgrasgrasland op kalkrijke bodem, Droge stroomdalgraslanden
I Sikkelklaver Medicago falcata Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Voorjaarsganzerik Potentilla tabernaemontani Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Echte kruisdistel Eryngium campestre Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Veldsalie Salvia pratensis Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Kaal breukkruid Herniaria glabra Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Zacht vetkruid Sedum sexangulare Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Tripmadam Sedum rupestre Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Gewone steenraket Erysimum cheiranthoides Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Heksenmelk Euphorbia esula Subtype Droge stroomdalgraslanden
I Harige ratelaar Rhinanthus alectrolophus Subtype Droge stroomdalgraslanden

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  • Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO.M.2011.1, Brussel. ISBN 9789040303142
  • Decleer, K. (red.), 2007: Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen, dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01, Brussel, 584 p. ISBN 978-90-403-0267-1

· · Sjabloon bewerken
Indeling van de BWK-karteringseenheden (Biologische Waarderingskaart)
Strand en duinen:duinstruweel (sd(b))
Halfnatuurlijke graslanden:Struisgrasvegetatie (ha) · Dotterbloemgrasland (hc) · Kalkgrasland (hk) · Vochtig schraalgrasland (hm, hmm, hme) · Vochtig heischraal grasland (hmo) · Droog heischraal grasland (hn) · Mesofiel hooiland (hu)
Soortenrijke permanente graslanden:Vochtig grasland gedomineerd door russen (hj) · Soortenrijk permanent cultuurgrasland (hp*, hpr*) · Soortenrijk permanent cultuurgrasland met zilte elementen (hpr(*)+da, hp(*)+da, h+da)
Struweel:struweel op kalkrijke bodem (sk) · gagelstruweel (sm) · kapvlakte (se) · vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond (so) · vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem (sf)
Vallei- en moerasbossen:ruderaal olmenbos (ru, rud) · bronbos (vc) · alluviaal elzen-essenbos (va) · elzen-eikenbos (vf) · nitrofiel alluviaal elzenbos (vn) · elzenbroek (vm) · oligotroof elzenbroek met veenmossen (vo) · venig berkenbroek (vt)
Eiken- en beukenbossen:eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint (qe) · eiken-haagbeukenbos (qa) · eiken-haagbeukenbos op mergel (qk) · eikenbos met witte veldbies (ql) · zuur eikenbos (qs) · eiken-berkenbos (qb) · beukenbos met wilde hyacint (fe) · beukenbos met voorjaarsflora zonder wilde hyacint (fa) · beukenbos met parelgras en lievevrouwebedstro (fm) · beukenbos op mergel (fk) · beukenbos met witte veldbies (fl) · zuur beukenbos (fs)