Unie voor Democratische Wedergeboorte

Unie voor Democratische Wedergeboorte
დემოკრატიული აღორძინების კავშირი
Logo
Personen
Partijleider Aslan Abasjidze
Geschiedenis
Opgericht 1992
Opheffing 2004
Algemene gegevens
Actief in Georgië
Hoofdkantoor Batoemi, Adzjarië
Krant Agordzineba (Wedergeboorte)
Aantal leden 80.000(1998)[1]
170.000[2]
Richting centrumrechts
Ideologie Regionalisme
Kleuren
Jongerenorganisatie Jongerenunie van Democratische Wedergeboorte
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Georgië

De Unie voor Democratische Wedergeboorte (Georgisch: დემოკრატიული აღორძინების კავშირი, Demokratioeli Agordzinebis Kavsjiri) was een politieke partij in Georgië, die bestond tussen 1992 en 2004. De partij werd opgericht door de leider van Adzjarië, die de autonome republiek op autocratische wijze bestuurde. De partij werd in 2004 opgeheven, nadat Abasjidze door president Micheil Saakasjvili uit zijn functie was gezet en naar Rusland was gevlucht.

Naamgeving

De partij werd in 1992 door Aslan Abasjidze opgericht onder de naam Unie voor de Wedergeboorte van Adzjarië. Gedurende haar bestaan werd de naam een paar keer veranderd, via Unie voor de Wedergeboorte van Georgië (1995) naar uiteindelijk Unie voor Democratische Wedergeboorte (1998).[3] De partij stond informeel bekend onder de naam Wedergeboorte (Agordzinebis).[4]

Geschiedenis

Oprichter en partijvoorzitter Aslan Abasjidze.

In 1991 werd Aslan Abasjidze benoemd tot voorzitter van de Hoge Raad van de autonome republiek Adzjarië, het parlement van de regio. Abasjidze was op dat moment betrokken bij de Ronde Tafel-partij van president Zviad Gamsachoerdia. Na de staatsgreep in januari 1992 tegen Gamsachoerdia maakte Abasjidze gebruik van de ineenstorting van het politieke systeem in Georgië.[4] Hij versterkte zijn machtsbasis in Adzjarië door zijn eigen partij op te richten, de Unie voor de Wedergeboorte van Adzjarië.[5][3]

De chaos die op dat moment in Georgië heerste, met de separatistische conflicten in Zuid-Ossetië en Abchazië en milities zoals de mchedrioni, gaf hem de gelegenheid de regio te isoleren van de rest van Georgië en de burgeroorlog.[4][6] Er was in de nieuwe post-coup situatie een onuitgesproken compromis met de centrale macht in Tbilisi, waarbij hij kon doen wat hij wilde zolang hij Adzjarië niet afscheidde van Georgië. Feitelijk bewerkstelligde hij wel een politieke en bestuurlijke afscheiding, waarbij de centrale regering haar zeggenschap over Adzjarië verloor.[7] De partij van Abasjidze werd het instrument om dit democratisch te legitimeren. Door de controle van Abasjdize en zijn partij over het regionale verkiezingsproces werden onwerkelijk hoge verkiezingsresultaten geclaimd, die een onevenredige weerslag hadden op de nationale politieke verhoudingen.[8]

Regionale macht

De Unie voor de Wedergeboorte werd in 1992 opgericht en deed in oktober van dat jaar mee met de parlementsverkiezingen in het verkiezingsblok van nationale eenheid Vrede,[5] dat de democratie in Georgië moest herstellen na de staatsgreep eerder dat jaar. Het blok was geassocieerd met waarnemend staatshoofd Edoeard Sjevardnadze. Wedergeboorte behaalde vier zetels in het parlement van Georgië.[6] Abasjidze werd vice-voorzitter van het parlement,[3] naast voorzitter Sjevardnadze, maar kwam jarenlang niet naar Tbilisi uit vrees voor zijn leven.[9][5]

In de eerste helft van de jaren 1990 zocht Abasjidze een middenweg tussen Sjevardnadze-aanhangers en Gamsachoerdia-loyalisten, die zich verzetten tegen de regering Sjevardnadze.[4] Abasjdize en Sjevardnadze hadden een ingewikkelde relatie, een wisselwerking tussen elkaar helpen en afwijzen.[6] Abasjdize bewandelde onder meer zijn eigen weg met de Russische regering ten aanzien van de Georgische conflictgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië.[10] Adzjarië werd daarnaast van de rest van het land afgesloten door de binnenlandse grens te handhaven en de douane-inkomsten aan de Turkse grens werden niet afgedragen aan de Georgische autoriteiten.[11]

Door op deze wijze de autonomie af te dwingen, zonder uit te zijn op afscheiding van Georgië, maakte Abasjidze gebruik van het gebrek aan afbakening van de bevoegdheden van de autonomie in de Georgische grondwet.[12] Zijn populariteit in Adzjarië steeg ermee en hij vestigde eenzijdige controle over de regio,[4] waarbij hij geen oppositie duldde.[10] Hij benoemde loyalisten uit directe kring op belangrijke posities.[6]

De partij deed onder de nationaal appellerende naam Unie voor de Wedergeboorte van Georgië mee met de parlementsverkiezingen van 1995 en kreeg landelijk bijna zeven procent van de stemmen, oftewel 31 van de 235 zetels. Alle zes de Adzjaarse enkelvoudige districten werden door de partij gewonnen. In Adzjarië, waar fraude en corruptie intussen de norm was geworden,[13] claimde de partij 90% van de stemmen. Binnenlandse en buitenlandse waarnemers werden in de regio niet toegelaten bij deze stembusgang.[14] De partij steunde Sjevardnadze bij de presidentsverkiezing die tegelijkertijd werd gehouden.

Hoge Raad van Adzjarië

Het Adzjaarse parlement in Batoemi, tevens residentie van Aslan Abasjidze.

Na de staatsgreep van 1992 werd de Ronde Tafel-partij van Gamsachoerdia verboden en stapten de meeste afgevaardigden van deze partij het Adzjaarse parlement, de Hoge Raad genoemd, over naar Wedergeboorte en nam de partij de macht over in het bestuur van de autonome republiek. In 1996 vond de eerste verkiezing sinds de staatsgreep voor de 80 afgevaardigden van de Hoge Raad plaats.[15] De gang van zaken bij deze verkiezing was niet veel anders dan in 1995 en waarnemers werden niet toegelaten.[16]

De partij claimde bijna 82% van de stemmen, bij een opkomst van bijna 94% en kreeg daarmee vrijwel alle zetels in de Hoge Raad. Naast Wedergeboorte behaalde alleen de Verenigde Communistische Partij van Georgië de kiesdrempel.[15] Bij de gemeentelijke verkiezingen van 1998 had de partij volledige controle over het verkiezingsproces en won met 98% van de stemmen de totale controle over de raden in Adzjaarse gemeenten. Van de twaalf eenpartij overwinningen in heel Georgië, waren er tien in Adzjarië.[16][14] Oppositiecampagnes mochten geen kritiek leveren op Abasjidze en de pers werd streng gecontroleerd.

De verkiezing in 2001 voor de Hoge Raad verliep vergelijkbaar voor de Wedergeboorte.[17] De partij kreeg volgens de lokale verkiezingsautoriteiten 83,6% van de stemmen bij een opkomst van 96%, goed voor 30 van de 35 zetels. Tevens werden alle zeven senaatszetels door Wedergeboorte opgeëist.[18] De Hoge Raad was in aanloop naar de verkiezingen hervormd in een tweekamerparlement. Abasjidze werd in een directe verkiezing met 99,3% van de stemmen tot leider van de autonome republiek gekozen.[17] De verkiezingen werden als niet democratisch beschouwd.

Landelijke oppositie

President Edoeard Sjevardnadze (r) kreeg te maken met landelijk georganiseerde oppositie van Wedergeboorte.

De Unie voor Democratische Wedergeboorte werkte in het Georgische parlement aanvankelijk samen met de Burgerunie van Edoeard Sjevardnadze,[2] maar vanaf medio 1997 raakten de relaties verstoord.[19] In 1998-1999 boycotte Wedergeboorte het parlement vanwege de afwijzing van een vrije economische zone voor Adzjarië.[16] Wedergeboorte ging meer oppositie voeren tegen Sjevardnadze en zijn Burgerunie en de twee partijen domineerden het politieke toneel op landelijk niveau.[20]

Deze oppositie was vanuit Wedergeboorte vooral tactisch van aard en minder ideologisch, waarbij de belangen van Abasjidze voorop stonden. Zo trok Abasjidze zich op het laatste moment terug voor de presidentsverkiezingen van 2000 in ruil voor het verankeren van de autonome status van Adzjarië in de wet.[21]

Voor de parlementsverkiezingen van 1999 werd onder leiding van de partij een anti-Sjevardnadze alliantie opgericht, Georgische Wedergeboorte, informeel ook de Batoemi-alliantie genoemd.[22] Deze bestond naast Wedergeboorte uit de Socialistische Partij, de Unie van Georgische Traditionalisten, de voormalige leider van de Dzjoember Patiasjvili en Gamsachoerdia-aanhangers.[14] Ze deelden met elkaar de opvattingen over het herstel van de relaties met Rusland. De verenigde oppositie maakte de verkiezing een referendum over Sjevardnadze en zijn partij, die ze neerzetten als kosmopolieten die het land wilden vernietigen, de oorzaak waren van separatistische conflicten in Abchazië en Zuid-Ossetië, en 'slaven zijn van het Euro-Amerikanisme'.[23] Sjevardnadze op zijn beurt stelde dat Wedergeboorte wint, dat een "parlementaire coup" zou zijn "van reactionaire partijen die gestolen geld gebruiken".[24]

Landelijk wist de alliantie ruim 25% van de stemmen te winnen en daarmee het grote oppositieblok tegenover Sjevardnadzes Burgerunie te worden. In Adzjarië werd een opkomst gemeld van ruim 95%, tegenover 68% landelijk, terwijl de OVSE significant meer fraude rapporteerde.[25] De alliantie spatte na de eerste parlementsbijeenkomst uit elkaar in verschillende fracties.[26] Ook de Burgerunie van Sjevardnadze viel uit elkaar. De "jonge hervormers" binnen de Burgerunie, geleid door Zoerab Zjvania en Micheil Saakasjvili, richtten nieuwe partijen op in oppositie tegen Sjevardnadze uit onvrede over de corruptie-aanpak. Abasjidze had een gespannen relatie met deze hervormers en beschuldigde hen van een samenzwering om hem te vermoorden.[12]

Rozenrevolutie

Aanhangers van Wedergeboorte in Tbilisi tijdens een tegendemonstratie.[27]

Wedergeboorte deed als Unie voor Democratische Wedergeboorte mee met de parlementsverkiezingen van 2003. De hervormingsgezinde Verenigde Nationale Beweging van Saakasjvili was de enige partij die Wedergeboorte serieus uitdaagde in Adzjarië.[12] De verkiezingen liepen uit op de Rozenrevolutie, nadat onafhankelijke waarnemers grootschalige fraude hadden vastgesteld. Zowel Burgerunie als Wedergeboorte kwamen volgens de autoriteiten als winnaars uit de bus en de Verenigde Nationale Beweging als derde.

De 'Adjzaarse factor' speelde een grote rol bij het publieke protest tegen de uitslag. Pas na enkele dagen werden de eerste uitslagen uit de autonome republiek bekendgemaakt, volgens welke Wedergeboorte een vrijwel totale overwinning geboekt zou hebben. Er werd een opkomst van 97% in Adzjarië geclaimd door de verkiezingsautoriteiten, waarvan 96,7% voor Wedergeboorte.[28] Deze geclaimde zege van Wedergeboorte in Adzjarië bepaalde de landelijke uitslag zodanig dat Sjevardnadze gedwongen zou worden met Wedergeboorte te regeren, zo was de angst in Tbilisi.[29] De

Na weken van protesten tegen Sjevardnadze, werd hij gedwongen af te treden. In maart 2004 vonden herhalingsverkiezingen plaats voor de 150 evenredig te verdelen zetels van het parlement. Wedergeboorte deed wel mee, maar haalde met minder dan 4% stemmen de kiesdrempel niet. Ondertussen was Micheil Saakasjvili tot president gekozen, die in de winter en het voorjaar van 2004 de confrontatie aanging met Abasjidze. Dit culmineerde in de Adzjarië-crisis en op 6 mei 2004 vluchtte Abasjidze naar Moskou. De 'Unie voor Democratische Wedergeboorte' werd meteen opgeheven.[30]

Ideologie en standpunten

De Wedergeboorte had geen duidelijk partijprogramma, omdat de partij niet gericht was op het bedienen van de kiezers, maar het uitoefenen van druk op de centrale macht in Tbilisi.[31] De partij combineerde traditioneel links en reformistisch rechts.[23] De partij wilde een vrijhandelszone in Batoemi, waartoe het meerdere tevergeefse pogingen deed in het nationale parlement.[11] Wedergeboorte had daarnaast een uitgesproken pro-Russische oriëntatie en onderhield goede relaties met Rusland. Het was ook een voorstander van de Russische militaire bases in Georgië, waaronder in Batoemi.[12] De partij werd in binnen- en buitenland gezien als een dekmantel voor Russische beïnvloeding in Georgie.[32]

In 1998 had Wedergeboorte onder meer de volgende standpunten:[33]

  • De partij heeft de verkiezing van de burgemeester van Batoemi en districtshoofden mogelijk gemaakt en wil het lokale bestuur verder versterken en onafhankelijk maken.
  • Regionale en lokale sociale en economische ontwikkeling op basis van de lokale behoeften.
  • Wetgeving moet aansluiten bij de belangen van het sociaal kwetsbare deel van de bevolking, met name op het gebied van onderwijs en medische dienstverlening.
  • Beschermen van kleine en middelgrote bedrijven, leningen met een laag percentage, het herstel productie van regionaal kenmerkende producten.
  • Verdere integratie van regio's van Georgië door middel van het verdiepen van de economische, culturele en sportieve relaties om historische en traditionele relaties tussen de regio's van het land te herstellen.

Verkiezingen

Een overzicht van de verkiezingsuitslagen voor de partij.

Georgische parlementsverkiezingen

Wedergeboorte deed in 1992 voor het eerst mee en was onderdeel van het verkiezingsblok Vrede, dat de verkiezingen won. De partij behaalde binnen deze coalitie vier zetels in het parlement.[6]

Verkiezing Leider Proportioneel District
zetels
Totaal
zetels
+/- Opmerking
Stemmen % # Zetels
1995 Aslan Abasjidze 145.626 6,84 (3) 25 6
31 / 235
Nieuw Oppositie [34]
1999 Aslan Abasjidze 537.297 25,18 (2) 51 8
58 / 235
Gestegen27 Oppositie [35]
2003 Aslan Abasjidze 359.769 19,54 (2) 33 6
39 / 235
Gedaald19 Oppositie [36]
2004 Aslan Abasjidze 57.829 3,95 (5) 0 0
6 / 235
Gedaald33 Oppositie [37]
Bronnen: CESKO,[38]

Adzjaarse Hoge Raad

De Adzjaarse leider Aslan Abasjidze zorgde ervoor dat zijn Wedergeboorte de absolute macht had in het parlement van de autonome republiek Adzjarië.

Verkiezing Leider Proportioneel District
zetels
Totaal
zetels
Opmerking
Stemmen % Zetels
1996 Aslan Abasjidze 178.406 81,9 38 38
76 / 80
Regerend [39]
2001 Georgi Tsintskiladze 190.159 83,6 30 -
30 / 35
Regerend [40]
Bronnen.[41][42][18]

Zie ook

Referenties

Literatuur
  • Devdariani, Jaba (2004). Georgia: Rise and Fall of the Façade Democracy. Demokratizatsiya: The Journal of Post-Soviet Democratization 12 (1): Pag.79-115 (Institute for European, Russian and Eurasian Studies, Elliott School of International Affairs, George Washington University). DOI: 10.3200/DEMO.12.1.79-115. Gearchiveerd van origineel op 12 april 2022.
  • Slider, Darrell (2000). Recent Elections in Georgia: At Long Last, Stability? (pdf). Demokratizatsiya: The Journal of Post-Soviet Democratization 8 (4). Gearchiveerd van origineel op 25 september 2020.
  • Nodia, GhiaGeorgia: Dimensions of Insecurity In: Statehood and Security - Georgia after the Rose Revolution. MIT Press. ISBN 9780262532761.
  • Javakhishvili, Paata (1998). Political Parties of Georgia Directory - Directory (pdf). International Centre for Civic Culture / IRI. Gearchiveerd op 28 maart 2023.
  • Broers, Laurence, Broxup, Julian (2004). Crisis and Renewal in Georgian Politics: The 2003 Parliamentary Elections and 2004 Presidential Elections (pdf). LINKS. Gearchiveerd op 4 juli 2024.
  • ICG (2004). Europe Briefing - Saakashvili's Ajara Success: Repeatable Elsewhere In Georgia?. International Crisis Group. Gearchiveerd op 31 juli 2024.
  • Iremadze, Irakli (2020). Electoral History Georgia 1990-2018 (pdf). CESKO Central Election Commission / IFES. Gearchiveerd op 5 november 2022.
Bronnen en voetnoten
  1. Javakhishvili 1998, p. 7.
  2. a b Broers 2004, p. 18.
  3. a b c Javakhishvili 1998, p. 6.
  4. a b c d e Devdariani 2004, p. 93.
  5. a b c Slider 2000, p. 522.
  6. a b c d e ICG 2004, p. 3.
  7. Slider 2000, pp. 521-522.
  8. Broers 2004, p. 24.
  9. ICG 2004, p. 3, Voetnoot 15..
  10. a b Devdariani 2004, p. 110.
  11. a b ICG 2004, p. 4.
  12. a b c d Devdariani 2004, p. 111.
  13. Slider 2000, pp. 522-523.
  14. a b c The October 31, 1999 Parliamentary Elections in Georgia: A Pre-Elections Report. National Democratic Institute (NDI) (29 oktober 1999). Gearchiveerd op 20 januari 2022. Geraadpleegd op 31 juli 2024.
  15. a b Iremadze 2020, p. 101.
  16. a b c Slider 2000, p. 523.
  17. a b Iremadze 2020, p. 132.
  18. a b Report on the regional elections and the elections for Head of Republic held in the autonomous region of Adjara (Georgia), 4 November 2001. Council of Europe - Parliamentary Assembly (13 december 2001). Gearchiveerd op 5 augustus 2024. Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  19. Anjaparidze, Zaal, Georgia: A Conflict May Be Brewing Between Tbilisi And Ajaria, Seen Until Now As Georgia’s Most Peaceful Region. Jamestown Foundation - Prism, Volume 3, Issue 19 datum=1997-11-21. Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  20. Devdariani 2004, p. 103.
  21. Broers 2004, p. 53.
  22. Slider 2000, p. 524.
  23. a b Shevardnadze's Citizens Top Abashidze's Revivalists. Institute for War & peace Reporting (4 november 1999). Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  24. Teleurstelling domineert in Georgië. NRC Handelsblad (30 oktober 1999). Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  25. (en) Georgia Parliamentary Elections 31 October & 14 November 1999 - Final Report (pdf). OVSE/ODIHR p. 21 (7 februari 2000). Gearchiveerd op 26 december 2022. Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  26. Slider 2000, pp. 524-525.
  27. ICG 2004, p. 5.
  28. (en) OSCE/ODIHR Election Observation Mission Report, Part 1 - Georgia Parliamentary Elections 2 November 2003 (pdf). OVSE/ODIHR p. 20 (28 januari 2004). Gearchiveerd op 20 januari 2022. Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  29. Nodia 2005, p. 55.
  30. Abashidze’s Party Disbanded. Civil Georgia (10 mei 2004). Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  31. Devdariani 2004, p. 112.
  32. Caucasus Report: October 28, 1999. Radio Free Europe (28 oktober 1999). Geraadpleegd op 4 augustus 2024.
  33. Javakhishvili 1998, pp. 7-9.
  34. Van de 31 zetels waren er 15 van Wedergeboorte en 16 van andere partijen in het blok.
  35. Kieslijst 'Wedergeboorte'.
  36. Uitslag ongeldig verklaard.
  37. Herhalingsverkiezing voor 150 proportionele zetels. De partij behield de zes districtszetels van de verkiezing van 2003.
  38. Iremadze 2020, pp. 89-92, 121, 149, 162.
  39. combinatie met Burgerunie.
  40. De Hoge Raad was hervormd naar een tweekamerstelsel. Er werden 35 zetels in een lagerhuis verkozen door middel van evenredige verkiezing met een kiesdrempel van 7%. De senaat had zeven zetels die werden gekozen door middel van een districtenstelsel.
  41. Iremadze 2020, pp. 101-104, 131-132.
  42. (ka) Losaberidze, Davit, ცენტრალური და ადგილობრივი მმართველობის სისტემა, ლეგიტიმურობა და ეფექტურობა (Centraal en lokaal overheidssysteem, legitimiteit en efficiëntie) (pdf) p. 14 (28 januari 2004). Geraadpleegd op 4 augustus 2024.